De machteloosheid van de cliënte en hulpverleenster GZZ
Geschreven door H.Elody, Lichaamsgerichte psycholoog, zij werkt binnen het GGZ. Lijfspreuk: Voel het maar, werken met innerlijke delen voor verbinding en vertrouwen vanuit jouw authentieke Zelf.
Enkel het gehijg van mijn collega en mij galmen door de kleine badkamerruimte. Op haar hoofd is een dikke blauwe bult te zien en wat lichte bloedsporen. Een andere collega staat inmiddels bij de deuropening.
‘Is ze weer bezig?’
‘Ja, Gijs geef me die pillen, dan leggen we haar op bed’. Verdoofd kijk ik toe hoe Machteld, ongevraagd, bijna geforceerd, pillen in haar mond gestopt krijgt die haar nog verder wegbrengen van haar pijn, haar lichaam, haar beleving. Dit klopt niet. Dit klopt niet. Dit hoort niet. Toch?
Ik vecht tegen mijn eigen tranen van innerlijke strijd. Strompelend wordt ze met behulp van mijn collega’s gedragen naar haar plastic matras. Er liggen knuffels op het dekbed en in foetushouding ligt ze uiteindelijk op het bed. Nat, koud en alleen.
‘Wat nu?’ vraag ik aan mijn twee mannelijke collega’s. ‘Jij moet een rapportage schrijven van het incident en een Veiligheidsincident melding maken. Als je dat nog niet eerder hebt gedaan lees je even de instructies in het handboek op kantoor of in het mapje op de computerdrive.’
‘En als ik jou was zou ik jezelf even afdrogen met een handdoek’ grinnikt Gijs erachteraan.
‘Ja oké, maar ik bedoel, wat doen we nu met Machteld?’ ‘Niets, dit doet ze altijd. Het is voor de aandacht. Moet je gewoon niet op reageren’ – zegt Bas schouderophalend. ‘Geef haar een vinger en ze pakt je hele hand’.
‘Je hebt in ieder geval weer iets meegemaakt vandaag, niet dan Bas, het werd alweer zo saaie boel.’ knipoogt Gijs naar Bas.
Met een mond vol tanden blijf ik staan. Ik wil van alles zeggen en mijn brein knettert met waarom vragen gecombineerd met verbazing, boosheid, angst en verdriet. Nee, niet zeiken nu Elody. Je bent hier pas net en dan kom jij eens even zeggen wat je hiervan vindt. Opmerkzaam genoeg ziet Bas mijn ongemak en geeft mij een schouderklopje.
‘Als je hier lang genoeg werkt, wen je eraan. De eerste keren zijn het moeilijkste’ voegt hij eraan toe.
‘Dus jij zorgt voor de rapportage?’ en ik knik.
‘Mooi, dan is het tijd voor een peuk, vind je niet’ seint Gijs naar Bas en ze lopen samen weer de kamer uit. De zware voetstappen vertrekken en de verloren eenzaamheid blijft achter.
De eenzame strijdster
Gehurkt en op een afstand kijk ik naar haar. De eenzame strijdster.
Hoe kan een plek als deze jou ooit heling brengen wanneer er zoveel onveiligheid is? Hoe vind je verbinding op een plek waar alles in het thema staat van opsluiting, afsluiting, afbakening en afstand?
Ik kijk haar aan en in een oogopslag zie ik haar hoe ze in de greep gehouden wordt, zowel van binnen als buiten.
Zie jij het? Zie jij mij?
Wie houdt mij vast zonder dwang?