Diana is coach en schrijfcoach
Dit is een verhaal uit haar boek: Een ontmoeting met jezelf. Zij is expert op het gebied van het geven van coachingreizen binnen en buiten Europa.
De bewustwording van mijn 'Ik'
Het verhaal van: Viola (51 jaar)
Opleiding: meao
Beroep: werkzaam bij telecommunicatie bedrijf
Gezin: twee kinderen
De druppel
Niets vermoedend stap ik uit mijn auto om een vriendje van mijn jongste zoon van de hockeywedstrijd thuis te brengen. Ik pak de tas en stick uit de auto, terwijl de jongens naar buiten vliegen om nog even samen te spelen. Plotseling sta ik oog in oog met Annebel, de moeder van het vriendje. Ze kijkt me indringend aan en vraagt me op de man af: “Viola, heeft je man een drankprobleem?” Ik schrik, want, zo gaat ze verder: “We hebben gemerkt dat Huug naar drank ruikt als hij onze kinderen ophaalt van de hockey.” Ik kan het niet ontkennen en ik voel me langzaam rood worden van schaamte. “Drink jij ook?“ is de volgende vraag. Ik: “Nee!”
Nadat ik van de schrik bekomen ben, vertel ik haar met de tranen in mijn ogen van ‘het probleem’. ‘Het probleem’ dat ik al vele jaren met me meedraag. En dat naarmate de jaren verstreken erger is geworden. Mijn man heeft een drankprobleem. ‘Alcoholist’ wil ik niet zeggen. Dat vind ik een te beladen woord, dat veel negatieve beelden oproept. De trieste beelden van de mannen op het station die gebroederlijk hun biertje drinken of de eenzame man, die in het park op het bankje in slaap is gevallen met een lege fles naast zich. Ondanks de schaamte en onzekerheid beloof ik Annebel dat Huug, mijn man, de jongens niet meer naar sport zal rijden.
Bibberend van de confrontatie rijd ik direct door naar mijn huisarts. Ik moet het nu kwijt. Er moet iets aan gedaan worden. Al rijdend flitst er van alles door me heen. Boosheid, verdriet, ontreddering, maar ik heb ook iets van: ‘Nu moet er iets gebeuren!’ Alsof er nog iets te redden valt. Maar tegelijk vraag ik me af, hoe het eigenlijk met hem is gesteld. ►Wil je meer verhalen lezen bestel dan het boek: Een ontmoeting van jezelf, nu een aanbieding voor €15,95
Terugdenkend verklaart het in ieder geval de rommel die ik thuis zo vaak aantrof, of de aangebrande pannen. Ik baalde toen al van de extra belasting die op mijn schouders kwam te liggen. Ook herkende ik dat gevoel van vroeger, toen ik de kinderen op moest halen uit de crèche. Het was altijd racen tegen de klok. Op tijd vertrekken, altijd de vraag of er wel of geen file zou zijn, zodat ik wel of niet op tijd zou zijn om mijn kind op te halen. Dat gaf toen al behoorlijk wat druk.
Ik rijd hard door en bedenk dat ik op dit moment niet naar mijn vriendin kan bellen. Het gesprek met Annebel was het zoveelste signaal dat het met Huug en mij niet goed gaat. Dat zie ik onder ogen, maar ik wil dat niet aan de grote klok hangen. Gelukkig is de huisarts thuis en heeft hij tijd voor mij. Hij luistert en geeft mij het advies om alles op te schrijven, zodat ik die brief naar de psychiater kan sturen. De psychiater die ons in het verleden al eens eerder heeft geholpen. De huisarts, die bekend is met onze problemen, benadrukt dat hij alleen echt kan helpen als Huug dat zelf ook wil.
Thuisgekomen besluit ik toch de confrontatie met Huug aan te gaan. Ik vertel hem wat er is gebeurd. Huug reageert geïrriteerd, maar ziet wel in ‘dat het drinken inderdaad niet goed is en dat ik het niet hoef te accepteren’. Omdat hij zelf de situatie erkent, zie ik een sprankje hoop voor hem en ons gezin. Ik vertel dat ik hem graag wil helpen en steunen, maar dat hij het inderdaad uiteindelijk zelf moet doen.
Die hoop is echter van korte duur. Wat later zegt Huug, dat hij geen hulp wil, want hij moet het toch zelf doen. En voordat ik het weet, is hij weer weg, zonder me te vertellen waarheen. Op mijn telefoontjes reageert hij niet. Ik ben moe en voel me verslagen.
Ik besluit een dagje naar het strand en de zee te gaan met mijn jongens. Wat een verademing! Even niets dan genieten van de wind en de jongens die samen aan het voetballen zijn. Ik kan mijn gedachten even laten gaan en ik realiseer me dat er voor mij veel eenzaamheid in ons huwelijk is geslopen. Ik ben vaak alleen op pad en er komen nog weinig mensen spontaan over de vloer. Tja, veel vriendschappen zijn zo door de jaren heen weggevallen. Ik was niet in staat deze te onderhouden. Het gaf vaak te veel gedoe en ik wilde de controle houden. Ik wilde niet dat hij teveel dronk, want dan was hij niet meer mijn Huug. Ik wilde harmonie en rust in het huwelijk en daarnaast wilde ik er zijn voor mijn ouders. Dat alles maakt dat ik mijzelf en onze vriendschappen heb verwaarloosd. Ik had mezelf weggecijferd, mijn behoeftes, mijn ambities, mijn dingetjes, mijn mening, mijn wensen. Leefde ik nog wel?
Ja, ik leef, maar in een harnas, zodat ik me staande kan houden. Ik wil de pijn niet voelen. De pijn van het falen, de pijn van het loslaten van een dierbare, de pijn van me verlaten voelen, de pijn van het machteloos zijn, de pijn omdat ik me schuldig voel, de pijn om de pijn.
Mijn keuze
Het is vrijdagochtend en ik zit vermoeid en somber aan de keuken tafel. De koffie smaakt niet en ik kan mijn gedachten niet bij de krant houden.
Ik realiseer me dat ons huwelijk aan het afbrokkelen is. Ik voel me er niet meer goed bij omdat ik het gevoel heb, dat ik alleen maar bezig ben allerlei ballen in de lucht te houden. Ik weet ook niet altijd of Huug ‘s avonds thuis komt of wat ik aan zal treffen, of de rekeningen wel betaald worden. Of ik hem wel kan geloven omdat zijn leugens steeds meer de overhand nemen.
Ik ren, maar waar naar toe en waarom? Ik snap het niet meer. Dan ontwaak ik geleidelijk en zie ik in hoe de drank zich steeds meer meester van hem maakt. Wat moet hij zich ongelukkig voelen! Maar ik ben niet meer bij machte daar iets aan te kunnen doen, anders dan hulp in te schakelen, zoals dat in het verleden vaker is gebeurd.
Hij mopperde dan wel eens over het werk en over zijn manager. En bij alles wat er misging, lag het aan de ander. Stom als ik was, geloofde ik dat dan. Of nou ja, ik liet dat maar voor wat het was. Ik heb hem in dat opzicht denk ik, te weinig een spiegel voorgehouden. Ik kan mezelf nu wel een spiegel voorhouden en ik zie een vermoeide vrouw met haar zwakke punten. Maar lamgeslagen doe ik er vervolgens niets mee.
Mijn werk houdt me enigszins op de been. Ik zorg ervoor dat ik de mensen op een enorme afstand houd, door bits op hen te reageren. En echt keuzes maken doe ik niet. Als het voor de ander goed is, is het voor mij vaak okay. Dit geeft op het oog het minste gedoe. Zo red ik wat er te redden valt.
Plotseling dringt het echter tot mij door dat er wel degelijk iets moet gebeuren. Ik moet iets doen. Het kan niet zo zijn dat het drankgebruik van Huug zo dominant mijn leven regeert. Zeker niet na vijfentwintig jaar huwelijk, met alle ups en downs die daar nu eenmaal bij horen.
Maar nog meer speelt mijn eigen gedrag nu een rol. Wat laat ik nu als vrouw en moeder zien? Heb ik de power om in te grijpen? Ja, ik bel wel eens naar het café om Huug te spreken. Dat vindt hij niet leuk, maar hij komt wel thuis. Het gevolg is dan meestal een woordenwisseling, die alleen maar nog meer afstand schept. Je kunt ook niet praten met iemand die een borrel op heeft en erop terugkomen werkt vaak ook niet. Zijn antwoord op mijn vraag: “Waarom drink je?” is steevast het bekende antwoord: “Ik heb behoefte aan mensen en gezelligheid om me heen.”
Ik voel in die woorden nogmaals de bevestiging van ons ‘dode huwelijk’ en eerlijk gezegd overheerst dat de laatste jaren. We lachen en huilen niet samen, er is geen intimiteit, geen geborgenheid, geen seks en oprecht delen.
Ik kan wel schreeuwen, maar zelfs dat lukt niet meer. Mijn keel zit op slot en mijn buik zit vast. Ik kan wel vloeken en tieren. Dat had ik in het verleden zeker gedaan, maar dat heeft nu geen zin meer. Mijn machteloosheid uitte zich toen niet alleen in geschreeuw tegen Huug, maar ook tegen mijn oudste zoon Kay, die het vaak moest ontgelden. En dat wil ik niet meer.
Terneergeslagen en teleurgesteld ga ik naar boven om me klaar te maken voor de nacht. Ik ben alleen. Huug gaat vaak ’s avonds nog ‘een rondje lopen’ en brengt dan een bezoek aan het café. Het is wel eens gebeurd dat onze oudste zoon Kay zijn vader dan in het café aantrof. Of dat de barman vertelde dat zijn vader er ook geweest was in die week. Kay vindt dat erg vervelend. Niet dat hij er veel over los laat, maar zo af en toe liet hij zich er wel eens iets over ontvallen. Ik loop naar de badkamer en kijk mezelf eens lang in de spiegel aan. ►Wil je meer verhalen lezen bestel dan het boek: Een ontmoeting van jezelf, nu een aanbieding voor €15,95
Ik zie een doffe, in zichzelf gekeerde, eenzame vrouw, die zich dondersgoed realiseert dat het zo niet langer kan. Ik moet opstaan voor mijn eigenwaarde en er zijn voor onze zonen. Ik ben de veiligheid van het huwelijk kwijt en ik voel me afgewezen. Ik realiseer me dat ik mezelf niet meer achter hem kan verschuilen. Dat besef geeft me de ruimte om me bewuster van mezelf te worden.
AA-groep
Er is wel eens een moment van hoop geweest. Toen Huug zijn probleem erkende. Toen had hij contact gelegd met de AA-groep (dat staat voor Anonieme Alcoholisten). Helaas maakte hij niet lang gebruik van de aangeboden hulp en de wekelijkse bijeenkomsten. Hij kwam erachter dat er volgens hem ‘geen probleem was’. Later bleek dat hij niet naar de AA-groep ging, maar naar het café. Voor mij was dat de zoveelste teleurstelling en mijn hoop werd de grond ingeboord, ook omdat de situatie daarna verergerde. Huug gleed verder weg en liet zelfs de flessen liggen. Ik zag het, de jongens zagen het en we werden allemaal meegezogen in die ellende. Zijn leed was ons leed.
Ondanks alle ellende wil ik hem trouw blijven, omdat we dat elkaar in de kerk hadden beloofd. Ik wil hem nog steeds redden en er in voor- en tegenspoed voor hem zijn. Maar kan ik dit nu nog waar maken? Ik had en heb een enorm zwak voor hem, gewoon omdat hij van binnen een lief mens is. Ik heb moeite met het maken van mijn keus en het stellen van mijn grenzen. Toch werd hij voor mij een vreemde. Ik word erg onrustig van hem als hij heeft gedronken, ‘iebelig’ zoals ik het zelf noem. Ik weet intuïtief dat het afscheid tussen ons in gang is gezet en dat mijn huwelijk aan het leeglopen is. Ik voel me eenzaam.
Ik weet dat ik zo niet verder kan. Daarom schrijf ik mijn voorwaarden op in de brief aan de psychiater. Zo kan ik duidelijk zeggen wat ik wil en nodig heb. Er moet een keuze gemaakt worden tussen het drankgebruik en mij, en daarmee voor ons huwelijk! Zo, dat lucht op. Ik voel dat er door het opschrijven van mijn voorwaarden, iets in mij in beweging is gezet.
Mijn moeder
Toen mijn moeder in 2005 overleed, voelde ik dat als een bevrijding voor haar. Ze praatte al heel lang niet meer en ze was vastgeketend aan stoel en bed. Het was alsof ze mij een spiegel voorzette. Getriggerd door dit beeld ging bij mij de knop om:
“Ik wil het anders.”
Wat precies dit ‘anders’ was, kon ik niet omschrijven of overzien. Een nieuw soort bewustwording dat ik – in tegenstelling tot mijn moeder – als mens zichtbaar wilde zijn en dat ik me waardevol en vrij wilde voelen. Ik herkende dat mijn moeder zichzelf, net als ik, vaak enorm klem zette. Opmerkingen als ‘doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ en ’zeker niet je hoofd boven het maaiveld uitsteken’ werden voor mij een reden om juist niets te doen, niets te ondernemen.
Mijn moeder was een hele lieve en zorgzame vrouw, die zichzelf echter geheel had weggecijferd. Schikken naar de ander gaf het minste gedoe. Zelf had mijn moeder dit als kind al moeten doen. Mijn moeder was als moeder zichtbaar, maar als een vrouw die deelnam aan de maatschappij, zo zag ik haar niet.
Ik heb van jongs af aan geleerd ‘mezelf dienstbaar op te stellen’. Dat is voor mij bijna een automatisme geworden. Ik stel me graag geruisloos en dienstbaar op. Veel aandacht wil ik daar niet voor terug. Ik vind het lastig om met aandacht om te gaan en om een compliment te ontvangen. Wat moet ik zeggen… En toch, er knaagt iets bij mij, want eigenlijk voel ik wel de behoefte om ‘gezien’ te worden.
Mijn werk
Kort na het overlijden van mijn moeder kreeg ik op mijn werk een training aangeboden, waarbij ik aan mijn persoonlijke ontwikkeling kon gaan werken. Dit greep ik met beide handen aan en dat werd, achteraf gezien, het begin van het werken aan mijzelf, waar ik tot op heden nog steeds hard mee bezig ben.
Ik werk in een klein team met twee dames, die ook vriendinnen van elkaar zijn. Ik voel me vaak buitengesloten en ik heb moeite om dat aan te geven. Ik trek me terug en doe mijn eigen ding. Soms echter heb ik mijn ergernissen zo opgepot, dat de bom barst en dan ben ik heel kortaf.
Ik snap wel dat dit niet handig is, want het maakt mij eenzamer. Door het werken aan mezelf, wordt me duidelijk dat de dingen ook anders kunnen en dat ik als mens waardevol ben. Daarbij komen ook de vragen: “Hoe geef ik het vorm?” en: “Hoe laat ik mijn stem gelden?” op. Dit betekent voor mij praten, mijn mening geven en deze uitspreken. Dat is nog steeds mijn uitdaging: om vanuit mijn eigen kracht te handelen en me niet het slachtoffer van de situatie te voelen. Elke keer stel ik mezelf de vraag: “Wat wil ik?” of: “Hoe ga ik verder?” ►Wil je meer verhalen lezen bestel dan het boek: Een ontmoeting van jezelf, nu een aanbieding voor €15,95
Mijn zoektocht
Na een leuk uitstapje met mijn zoons, treffen we Huug in een beschonken toestand thuis aan. Dat maakt bij ons zoveel los, dat de huisarts erbij geroepen wordt om de boel te sussen. Na een gesprek met de huisarts besluit Huug ons te verlaten. Hij gaat naar een vriend. Ik moet de strijd opgeven en Huug laten gaan. Niet voor deze avond, maar voor altijd.
Door het vertrek komt de verantwoording voor het gezin geheel bij mij te liggen. Het vertrek van Huug is een schok, ondanks dat ik het aan had kunnen zien komen. Ik voel me verlamd en verdoofd. Ik word een zoekende in de woestijn. Ik blijf werken en de buitenwereld weet van niets. Ik vertel het strikt noodzakelijke alleen aan mijn collega’s. Ik ga door en wil er zo min mogelijk over praten. Alles gescheiden houden voelt veilig. Thuis doe ik het noodzakelijke. Ik zorg uiterlijk voor stabiliteit, rust en regelmaat. Innerlijk ben ik verdoofd.
Mijn geliefde kanjers houden me op de been. Mijn oudste zoon Kay van negentien, is zeer teleurgesteld in zijn vader en verdrietig, ook al uit hij dit niet in tranen. Hij is stil. De jongste, Steve van elf jaar, is erg verdrietig. Hij wil naar buiten niet laten weten dat zijn vader is weggegaan. Het is te pijnlijk.
Ik stimuleer mijn zoons te werken aan het contact met hun vader. Dit doe ik door het goede van hem te benoemen en de foto’s te laten zien van toen we nog samen waren. Toen we leuke dingen deden of samen aan het klussen waren. Naast de ellende, die we samen hebben gedeeld, zijn er ook goede herinneringen.
Rouwen
Ik lig in bed te mijmeren en ik voel me koud. Zelfs de kruik kan mij niet warm krijgen. Kerstmis komt eraan en ik heb geen zin in dat gedoe. Geen feest van hoop en lichtjes en gezelligheid. Er komt dan ook geen kerstboom. Het is me allemaal te veel en ik ben zo moe.
Ik blijf het noodzakelijke doen, totdat ik geheel onder de uitslag zit. Als de feestdagen voorbij zijn, blijf ik thuis en meld me ziek. Ik kom in gesprek met de verzuimarts. Zeer rationeel bespreken we de situatie. Na een paar weken zegt de arts tegen me: “Je moet nu gaan rouwen.” Die boodschap komt hard binnen en ik wordt er stil van. Ik krijg een brok in mijn keel, want zo had ik nog niet naar mijn situatie gekeken. En hoe doe je dat, rouwen? Hoe ga ik het vertrek van mijn man, die ik met mijn hele hart lief heb, verwerken?
Het erover praten gaat me niet makkelijk af, terwijl ik weet dat het goed is als ik dat wel doe. Maar met wie? Het liefst kruip ik weg. Ik ben het zat.
Groeien
Hoe kan ik nu voelen wat ik wil? Ik krijg er geen grip op en ik wil meer. Maar hoe? Dus geen gepraat. Ik wil het voelen en op een andere manier ervaren. Daarom sla ik een artistieke weg in. Aan de hand van vragen en opdrachten ga ik dingen maken. Ik ga tekenen en schilderen en kleien. Dat gaat overigens niet van een leien dakje. Ik voel me erg opgelaten in de tuin met al die bezoekers om mij heen, terwijl ik zo in mijn eentje zit te tekenen. Ik denk constant: als er nu maar geen bekenden langskomen. Ik buig me over mijn tekening, want ik wil nu niet worden gezien, ik wil niets uitleggen of laten zien. En kritisch als ik ben is de tekening ook maar niks. Door mijn eigen oordeel zet ik mezelf klem.
Ik leef teveel in mijn hoofd. Als maar denken en aannames doen in plaats van vragen te stellen. En dat denken maak mijn wereld kleiner en mijzelf onzichtbaar. Op de een of andere manier realiseer ik me dat.
Als het stokt, voel ik dat in mijn keel. Gelukkig heeft de begeleidster het door en werkt ze met mij om dat te doorbreken. Dit doet zij door klanken zonder woorden te maken. Want ik heb geen woorden om me uit te drukken. Het is slechts een vorm om me te uiten. Ik word me ervan bewust hoe ik mij als Viola, als vrouw, als moeder en als werkende mag zien. Het is het begin van de ontginning van mijzelf. Dit gaat vanuit mijn hart, door te ervaren wat mijn krachten en tekortkomingen zijn.
Deze manier van werken geeft me inzicht in waar ik sta. Klein, kwetsbaar en onzichtbaar. Erg verrassend is dat niet, want zo ben ik opgegroeid.
Nu, op mijn werk, probeer ik mijn activiteiten zichtbaar te maken door te bloggen en actief te rapporteren aan het management. Als moeder ga ik er meer op uit. Op pad om ‘langs de lijn’ van het hockeyveld te staan of gewoon samen met de jongens naar de film te gaan. Door daarin het initiatief te nemen, maak ik mij als moeder zichtbaar. Maar ook door mijn grenzen te stellen en deze helder te benoemen en te bespreken krijgt mijn persoon vorm.
Reflectie
Ondanks het schuldgevoel, heb ik mogen inzien dat de scheiding niet het einde van mijn leven is, maar een nieuw begin. Ik heb zeker mijn vragen, als: “Ben ik hieraan (mede) schuldig?”, “Heb ik hem naar die fles gedreven?” en “Was ik capabel genoeg om mijn man bij staan in zijn leven?”.
Helaas heb ik hem niet van het drankmisbruik kunnen weerhouden en ik was niet in staat hem emotioneel bij te staan. Dat vind ik zeer spijtig. Ik wilde heel lang zijn redder zijn en zo alles volgens het plaatje in stand houden. Na 25 jaar huwelijk werkt dat mechanisme niet meer.
Het duurt dan ook heel lang voor ik echt wakker word. Ik ben wel eens wakker geschud door een gebeurtenis. Dan nam ik de verantwoording om de situatie te redden en zocht ik hulp voor ons beiden. Het ging daarna een poosje goed, maar de klad kwam er ook weer in. Zo ploeterden we maar door. Ik hield alles maar in stand en ik wilde dat het goed zou gaan. Daarbij maakte ik mezelf klein en onzichtbaar, ondanks het harde werken. Ik verschool me eigenlijk achter het huwelijk. En dat leek veilig, maar was niet zonder zorgen.
Ik had en heb enorm veel moeite met het nemen van de verantwoording. Deels vanwege de risico’s die dit met zich meebrengt en deels vanwege mijn eigen kwetsbaarheid hierin. Me hiertegen verzetten heeft geen zin. Het hoort bij de situatie. Dus moet ik hiernaar handelen.
Mijn vader zei: “Het wordt nooit zo donker, of het wordt weer licht.” Zo is het ook. Voor alles is een oplossing, maar het is wel aanpakken geblazen. Ik moet zelf de regie nemen en mezelf openstellen om me te blijven ontwikkelen.
Jaren heb ik bij wijze van spreken als een vis in die vissenkom gezwommen. Ik deed mijn ding omdat het zo hoorde. En het was veilig. Het anders doen, omdat het kan, ging me niet altijd makkelijk af. Maar had ik eenmaal één stap gezet, dan volgde de volgende als vanzelf.
Het Leven met een hoofdletter wordt vervolgd, er is geen weg meer terug. Ik wil mijn kinderen laten zien wat het is om in je kracht te staan. Dat ze het waard zijn om voor zichzelf te vechten, zoals ik dat ook geleerd heb. Ik heb geleerd mijn stem te laten horen. Al mijn ‘ikken’ hebben elkaar gevonden en me gemaakt tot wie ik nu ben. Ik word ‘zichtbaar’ en groei uit tot een mooie vrouw!
►Wil je meer verhalen lezen bestel dan het boek: Een ontmoeting van jezelf, nu een aanbieding voor €15,95